Je kan met een Cisco met verschillende telefoonnummer uitbellen. Een Cisco SPA303 heeft daarvoor drie lijnen en een Cisco SPA504G vier lijnen beschikbaar. Op elke van deze lijnen kan een VoIP-account ingesteld worden en per VoIP-account geef je het uitgaande nummer aan. Je stelt je Cisco toestel in zoals in deze handleiding beschreven staat. Maar let op: bij een 2e, 3e of 4e account wijzigt de extensie en de lijn.
- Extensie: het VoIP-account wat je in het toestel gaat zetten. Het eerste VoIP-account wat je gaat provisionen is over het algemeen extensie 1, de tweede extensie 2 enz.
- Lijn: de koppeling van de extensie (VoIP-account) met het lampje aan de rechterkant van je scherm op je Cisco.Volg verder de stappen zoals in de handleiding beschreven staan.
Uitbellen
Toets een telefoonnummer in en druk aan de rechterkant op de juiste lijn om met de verschillende nummers uit te kunnen bellen.
Tip
Zet in plaats van lijn 1, 2, 3 en 4 een naam of afkorting in het scherm van je Cisco. Zo weet je altijd welk nummer en lampje bij elkaar horen.
- Druk op je toestel op de menu knop (papiertje met opgevouwen hoekje) en vervolgens op ‘9 Network’. Je ziet nu bij ‘Current IP’ een IP-adres staan.
- Open een internetbrowser en vul hier het IP-adres in en druk op ‘enter’.
- Kies rechts bovenin voor ‘admin login’ en vervolgens voor ‘advanced’.
- Ga nu naar de tab ‘Phone’.
- Pas aan de rechterkant lijn 1, 2, 3 en 4 aan
- Druk op ‘Submit All Changes’.